Uitzichtloos: jongeren in crisistijd

Puber zijn was al niet makkelijk

Vorige week schreef ik al over onze collectief overprikkelde maatschappij en de problemen die dat oplevert voor onze gezamenlijke geestelijke gezondheid. Deze week komt in het nieuws weer eens voorbij dat ook de mentale gesteldheid van jongeren gillend achteruitgaat. Niet meer (direct) vanwege de coronacrisis, maar omdat ze het leven als uitzichtloos ervaren.

Nu krijgen jongeren tussen hun 12e en 22e toch al een hoop te verduren. De puberteit begint bij de een wat eerder dan bij de ander, maar de puber die fluitend en zonder verwarring de transitie van kind naar volwassene doorloopt moet nog geboren worden. Niet alleen je lijf verandert, maar ook je hersenen. Hoe je denkt, hoe je voelt, hoe je contact maakt met anderen, hoe je jezelf ziet, hoe anderen jou zien, hoe je je plaats in de wereld ziet en inneemt, et cetera. Tijdens de puberteit verandert letterlijk alles aan jou en je leven.

Dat is al zwaar genoeg, maar voor de jongeren van nu blijft het daar niet bij. Sterker nog, alles welbeschouwd zou hun gevoel van uitzichtloosheid helemaal geen verrassing mogen zijn!

In dit artikel ga ik uitgebreid in op waar onze jongeren zo uitzichtloos van worden, de psychologische mechaniek van hoe wij onbewust en onbedoeld die uitzichtloosheid voor hen in stand houden, en wat we daar aan kunnen doen.

Crisisketting

Los van onze individuele problemen heeft iedere generatie een eigen sloot moeilijkheden en bedreigingen waar ze mee te maken kregen. Een korte blik op de 20e eeuw alleen herinnert ons aan highlights als de Eerste Wereldoorlog, de Spaanse griepepidemie, de Grote Depressie, de Tweede Wereldoorlog, de Politionele Acties, de Koude Oorlog, de Cuba-crisis, de oliecrisis en de hoge werkeloosheid in de jaren ’80 en, met een teen over de eeuwgrens, 11 september 2001.

Daartussen zaten uiteraard nog veel meer crises en problemen, maar die hadden lang niet allemaal betrekking op Nederland en bovendien, er zaten maar zoveel pagina’s in de krant. Ook de latere nieuwsbulletins op radio en TV waren ook maar zeer beperkt in duur en frequentie, waardoor er in de media doorgaans maar één ding tegelijk was dat het einde van de wereld zou kunnen zijn.

Dat is nu wel even anders. Op het moment van schrijven hebben we hier in Nederland dit jaar alleen te dealen met een klimaatcrisis, energiecrisis, kostencrisis, huizencrisis, stikstofcrisis, migranten- en asielcrisis, onderwijscrisis, gezondheidszorgcrisis, pensioencrisis, democratische crisis en crisis van de rechtstaat, extreme droogte, massasterfte van insecten, vogels, en talloze andere diersoorten, en oorlog in Europa. En dan ben ik er ongetwijfeld nog een aantal belangrijke vergeten op te noemen.

Was vroeger alles beter? Absoluut niet! Maar hoe wij kennis namen van wat er in de wereld gebeurde was wel anders dan nu.

Situatieschetsen

Zo opgesomd zijn als die crises slechts woorden. Maar bij die woorden hoort een beeld. Voorheen schetste de kranten en bulletins dat beeld alleen met feiten en hoofdlijnen. Wat een nieuwsbericht betekende voor jou als individueel persoon, daar werd minder aandacht aan geschonken. Je had dus ook minder het idee dat wat gezegd werd direct op jouw leven van invloed was.

Ook dat is nu anders. Ieder media bericht geeft een zo gedetailleerd mogelijk beeld van wat de desbetreffende crisis concreet betekent voor jou en jouw leven. Nieuwsberichten nu worden expres zo geschreven en gebracht dat jij je persoonlijk betrokken voelt bij de gebeurtenis. Dat is hoe ze ‘engagement creëren’ naast het verschaffen van informatie.

Over de rol van media engagement straks meer, maar laten we eerst eens kijken naar een paar van deze crises en wat het beeld is dat deze betrokken berichtgeving achterlaat bij jongeren. Het is een lange lijst en niet leuk om te lezen, maar geverifieerd door real-live tieners dat dit het beeld is dat zij krijgen van hun leven en hun toekomst.

Let op, dit beschrijft niet hoe zaken feitelijk in elkaar zitten, maar wat jongeren meenemen en concluderen uit de berichtgeving:

  • Er zijn geen huizen genoeg, ze mogen niet bijgebouwd worden, en de huizen die er zijn, zijn onbetaalbaar. Studenten worden zelfs geweerd van opleidingen omdat er niet genoeg kamers beschikbaar zijn, maar wonen met een ‘room mate’ mag niet van verhuurders, dus moet je doen alsof je een stelletje bent om een dak boven je hoofd te krijgen.
  • Eten is ontzettend duur en dat zal alleen maar erger worden nu droogte, oorlog en het uitsterven van insectensoorten de oogsten bedreigen, terwijl grote voedselproducenten aan graaiflatie doen en boeren het vertikken om noodzakelijke veranderingen te maken in hun bedrijfsvoering omdat hun trots en hun portemonnee belangrijker is dan het voortbestaan van de planeet.
  • Energie is duur en heel vervuilend, en wat je eraan kan doen om het schoner en goedkoper te maken (bijv zonnepanelen) mag niet meer want het elektriciteitsnet kan het niet aan.
  • Het klimaat is fucked up voorbij iedere herstelmogelijkheid. We roepen nog wel dat we het nog kunnen tegenhouden, maar niemand gelooft dat nog. Ofwel omdat ze niet geloven dat het steeds extremere weer een gevaar is voor alles en iedereen die op aarde leeft, inclusief de mensheid, ofwel omdat het niet uitmaakt ‘want in China/Amerika…’
  • De natuur gaat zo snel kapot dat die niet meer hersteld. Natuurbranden door extreme droogte zijn normaal geworden terwijl Nederland van zichzelf grotendeels moerasland is, maar de waterstand mag niet omhoog van de boeren. Vissen spoelen dood aan, vogels gaan massaal dood aan vogelgriep die wel/niet op mensen kan overspringen… en aan de meeste natuurschade wordt niet eens aandacht besteed.  
  • Er zijn niet genoeg artsen en verplegers meer om voor je te zorgen als je ziek wordt, medicijnen die je nodig hebt om te overleven zijn steeds vaker niet meer verkrijgbaar en je huisarts heeft geen tijd, maar de ziektekostenverzekering wordt wel steeds duurder. Oh, en iedereen wordt steeds dikker en ongezonder en dat is je eigen schuld. Of toch niet. Nou meestal toch wel, tenzij je er echt niks aan kan doen. Maar dat is dan wel weer je eigen schuld.
  • Er zijn geen leraren meer om kinderen les te geven en niemand wil nog leraar worden want het betaald zo slecht dat het niet de moeite waard is. Door constante lesuitval verliezen kinderen structuur, vastigheid, en leren ze niet wat ze moeten leren op sociaal of vakinhoudelijk niveau. Maar als je straks niet aan een universiteit hebt gestudeerd, krijg je geen goede baan en geen goed salaris en blijf je de rest van je leven een domme, arme loser.   
  • Er is geen geld meer voor pensioenen omdat er teveel ouderen zijn, dus je betaalt nu wel aan een pensioenfonds voor anderen, maar zelf ga je daar later niks van terugzien. Iedereen die nu 45 jaar of jonger is, zal moeten blijven werken tot hun dood.
  • De Nederlandse rechtstaat zit op zich goed in elkaar, maar niemand heeft daar nog vertrouwen in. De media waait, net als de politici, met alle winden mee en wil alleen geld verdienen, journalistiek heeft niks meer met waarheidsvinding te maken, want op Facebook of Telegram zegt iemand iets anders en die zal het wel beter weten. Wie moet je nog geloven? Wie kan je nog geloven?
  • Oh, en dan nog die oorlog in Oekraïne die ieder moment kan uitmonden in een kernoorlog met totale vernietiging van het hele continent tot gevolg.

…en welk uitzicht op de toekomst zou je nog moeten hebben in deze puinzooi?

Zichzelf versterkende spiraal

Er komt ook geen eind aan: ieder dag opnieuw staat de media en social media vol van leed en ellende. Dat moet wel, want dat is hoe je als content creator (en dat zijn journalisten inmiddels ook) iemand’s instinctieve kant aanspreekt. En die instinctieve kant – de Scheepsjongen aan boord van het Schip In Je Hoofd – die reageert meteen en op volle kracht! Woede, verontwaardiging, verdriet, ontkenning, maakt niet uit: het is allemaal het soort engagement waar de algoritmes van social media en nieuwssites naar speuren.

Natuurlijk zijn er ook goede ontwikkelingen in de wereld, maar die raken ondergesneeuwd door de ellende. Zelfs de kleinere berichten zitten er vol met verdriet, verlies, dood en vernietiging…

…en de algoritmes concluderen: “Hier reageren mensen op, dus daar willen ze meer van.” Dus maken mensen meer van het soort berichten die de algoritmes leuk vinden. Een self-fulfilling prophecy.

Het resultaat is een eindeloze spiraal van steeds negatievere berichtgeving waar zelfs goed-nieuws berichten niet tegenop kunnen.

Nieuwe Werkelijkheid

Psychologisch gezien valt er ontzettend veel te zeggen over hoe wij als mens met nieuwsberichten omgaan en welke effecten het op ons heeft. Voor dit artikel gaat het echter om hoe die uitzichtloosheid van jongeren tot stand komt en wat de huidige manier van berichtgeving daarmee te maken heeft.

Om dat te begrijpen zijn drie dingen belangrijk om te weten:

  1. Wij hebben 3 breinen, die (onbewuste) beslissingen maken op basis van ‘meeste stemmen gelden’.
  2. Het rationele brein is de enige van de 3 die kan relativeren. Dit is ook de enige met tijdsbesef, en dus weet dat dingen niet altijd zo waren als nu en ze ook niet altijd zo hoeven te blijven.
  3. Het rationele brein is pas volgroeid en volledig inzetbaar rond de 24 jaar. Jongeren zijn daarom gevoeliger voor de impulsieve en (veel) minder genuanceerde manier van denken van de andere twee breinen.

Het emotioneel-sociale deel van het brein is bij kinderen het meest actief en blijft ook nog lang vrij veel invloed houden op de manier van denken van jongeren en jong-volwassenen. Dit deel is speels, impulsief, ondernemend, kan heel wisselen van blij naar bang, en trekt snel generaliserende conclusies. Op basis van één of enkele incidenten kan een kind al concluderen dat ‘wat ik wil mag/kan niet’, terwijl wij als volwassenen weten dat het om een uitzondering ging. Kinderen zien dat nog niet.

Korte horizon

Dat heeft deels te maken met de horizon van de verschillende delen van onze hersenen. Het rationele deel heeft tijdsbesef, kan jaren terug of jaren vooruit denken, en snapt het principe van fictie en van alternatieven. Rationeel weet je dat wat je op TV ziet niet jou zelf overkomt.

Het emotionele brein kan dat onderscheidt niet goed maken. Voor een jong kind is een film op TV is net zo echt als iets dat in de kamer gebeurt. Alles in de toekomst ‘morgen’ en alles in het verleden is ‘gisteren’. Die tijdspanne wordt niet veel ruimer met dat we ouder worden: dit deel houdt een korte horizon en kan maar een paar dagen vooruit of achteruit kijken.

Het derde deel, ons instinctieve reptielenbrein, heeft helemaal geen horizon: alleen het hier-en-nu bestaat. ‘Over een paar minuten’ heeft al geen betekenis meer voor dit deel van ons. Maar dit deel heeft wel een dikke vinger in de pap bij het maken van onbewuste beslissingen en hoe wij de wereld ervaren.

Je kan niet voorbij de horizon kijken

Het gevolg van de korte of zelf niet-bestaande horizon is dat iedere situatie die meer dan 2 weken duurt, de nieuwe werkelijkheid is geworden. Twee van onze drie breinen kunnen zich dan letterlijk niet meer herinneren dat het ooit anders was, laat staan hoe het dan anders was. Ze kunnen zich ook niet voorstellen dat het ooit beter wordt, want zo ver kunnen ze niet vooruit kijken.

Dat effect zag je heel goed tijdens de coronacrisis. Gedurende de eerste twee weken van lockdown had iedereen nog goede moed dat het allemaal wel snel voorbij zou zijn. Maar toen er na twee weken geen uitzicht was op verbetering, sloeg de sfeer om. Collectief. Als je terugkijkt naar de posts van toen en de mediaberichten rond die tijd, zie je de ontgoocheling, de schok, de gelatenheid of juist verzet tegen de nieuwe werkelijkheid: we zouden voor altijd thuis opgesloten zitten / ‘ze’ zouden ons voor altijd opgesloten willen houden.

Althans, dat gevoel hadden we. Rationeel wisten de meesten van ons wel dat die lockdown niet letterlijk voor eeuwig zou zijn en dat zelfs het meest dictatoriale regime niet hun hele eigen bevolking oneindig kan opsluiten. Maar gevoelsmatig geloofde een deel in onszelf dat het ‘nooit meer beter worden.’

Extra kwetsbaar

Dat effect van de korte horizon en het ontstaan van een nieuwe werkelijkheid die nooit meer lijkt te veranderen wordt sterker ervaren door mensen die moeite hebben met relativeren, analyseren, ver vooruit kijken, of op een andere manier rationeel niet zo sterk zijn.

Aangezien rationeel denken en alle vaardigheden die daarbij horen getraind moet worden om te kunnen groeien, zie je vaak dat mensen die minder (toegang tot) onderwijs hebben gehad meer moeite hebben met vaardigheden als relativeren en rationaliseren. Enerzijds hebben ze nooit de informatie gekregen die ze kunnen gebruiken om te rationaliseren en anderzijds is ook het leren gebruiken van informatie een vaardigheid die je moet trainen. Wanneer het rationele deel wat onderbelicht is gebleven, gebruiken mensen vooral hun emotionele brein en reptielenbrein – het ‘onderbuikgevoel’ – om beslissingen te maken.

Jongeren hebben dus om twee redenen moeite met relativeren en voorbij de huidige situatie kijken. Om te beginnen hebben ze relatief weinig levenservaring en missen dus een groot stuk van informatie die ze helpt om te relativeren. Tegelijk is hun rationele brein nog niet helemaal volgroeid en hebben ze sommige vaardigheden, zoals relativeren, nog niet helemaal onder de knie. Als ze dan ook nog minder toegang tot onderwijs hebben, hebben ze een extra obstakel omdat ze hun rationele vaardigheden ook niet goed kunnen trainen.

Uitzichtloosheid: ‘het wordt nooit meer beter’

Na zo’n 2 weken is een situatie verworden tot een nieuwe werkelijkheid. Voor jongeren gaat dat nog iets sneller en is die overtuiging nog iets dieper dan voor de meeste volwassenen, omdat ze nog niet zo goed kunnen rationaliseren.

Juist deze jongeren krijgen al jaren iedere dag een enorme dosis ellende te zien en te horen. Ze krijgen tot in detail uitgelegd hoe hun kans op geluk, gezondheid en zelfs de meest basale veiligheid van bestaan aan hen ontglipt. De mensen die het kunnen oplossen – ouders, leraren, begeleiders, instanties, politici – lijken geen poot uit te steken om iets te veranderen, laat staan te verbeteren. En ze kunnen er zelf niets aan doen.

Het is die uitzichtloosheid die jongeren zo depressief maakt, tot aan suïcidaliteit aan toe.

Laatste redmiddel

Zelfs dat verlangen naar dood willen is volkomen verklaarbaar. Suïcidaliteit is het aller-, allerlaatste redmiddel van ons overlevingsinstinct. Dat klinkt tegenstrijdig, maar ons instinct heeft geen horizon. Alleen het hier-en-nu bestaat. Als dat hier-en-nu echter zo bedreigend en letterlijk levensgevaarlijk is, concludeert je overlevingsinstinct dat je niet dood kan gaan als je al dood bent.

Het is een kromme logica, maar het komt vaker voor. Denk maar aan mensen met enorme hoogtevrees die zo bang zijn om te vallen dat ze zélf willen springen, alleen om van de angst af te zijn. Zelfdoding en gedachten daaraan is de meest extreme vorm daarvan. De angst om dood te gaan, om niet te overleven, is zo groot dat je liever dood wilt dan die angst nog langer verdragen.

Alleen herken je die angst niet altijd als dusdanig. Zeker als zich dat al een tijd heeft opgebouwd terwijl je het probeert te negeren, dan voel je de angst niet meer. Je voelt dan vaak helemaal niets meer. Die leegheid is dan ook een veelvoorkomend symptoom van depressie.

Maar die angst is er wel. Heel echt en heel intens. Daar word je de hele dag door, iedere dag opnieuw, aan herinnerd. In het hier-en-nu ervaar je dus constant gevaar. Dat is enorm stressvol! Die stress merk je het eerst aan een kort lontje. Je wordt snel kwaad of bang. Dat kan uitgroeien tot angst allerlei dingen, ook dingen die je eerst leuk vond. Dan is depressie ook snel dichtbij.

De enige oplossing hiervoor is het kleiner maken van het gevaar, zodat je leven en omgeving weer veilig(er) voelt. Dat kan door de bron van de angst weg te nemen, maar met geopolitieke problemen is dat lastig. De andere optie is door zelf mentaal het gevaar, dat wil zeggen de gevolgen voor jouw leven, terug te brengen tot reële proporties: rationaliseren.

Sommigen ontkennen het bestaan van het gevaar totaal, maar dat is niet hetzelfde. Rationaliseren is het erkennen dat het gevaar bestaat, maar dat de gevolgen voor jou oplosbaar zijn. Maar zonder sterk vermogen om te rationaliseren lukt je dat niet zomaar, en jongeren kunnen van nature gewoon nog niet zo goed. Als je dan en geen hulp krijgen en wel iedere dag blootgesteld wordt aan hoe levensbedreigend de wereld is, dan is het slechts een kwestie van tijd voor je instinct doorslaat naar je allerlaatste redmiddel.

(Voor meer info over suïcide en wat je er aan kan doen, klik hier)

Als dit de wereld is, wil je er nog in leven?

Als je de media en social media en de mensen om je heen moet geloven – en waarom zou je dat niet doen? – heb je geen schijn van kans meer om te overleven in deze wereld. Die apocalyptische wereld was vroeger alleen op TV, maar nu die grimmige werkelijkheid het echte leven binnenkomt, is het allemaal een stuk minder entertaining.

Je kan je er ook niet meer voor afsluiten. De prikkels, berichten, foto’s, notifications zijn OVERAL. Op TV, op social media, in de klas, in gesprekken met vrienden, op straat, in reclames, in tijdschriften… Zelfs de zombiefilms en de post-apocalyptische series zijn eigenlijk too close for comfort aan het worden. De jongeren die zichzelf in bescherming kunnen nemen, doen dat met bijvoorbeeld een levensstijl als ‘grandma life’, afgezonderd met knutselprojecten, boeken en zonder scherm. Anderen zetten zich af, sluiten zich af, ontkennen het gevaar, of vallen uiteindelijk toch ten prooi aan suïcidaliteit.

Want als dit de wereld is, wil je er nog in leven?

Media voedt de neerwaardse spiraal

De stroom ellende die je constant herinnert aan het gevaar is inmiddels niet-aflatend. 24/7 nieuws is de wereldwijde norm geworden en de berichten worden steeds erger, steeds persoonlijk. Want met ieder naar bericht raakt het publiek een stukje verder afgestompt en moet het ellende-gehalte omhoog om nog engagement te krijgen.

Dus we krijgen bericht over kinderen die gestorven zijn bij een busongeluk in Canada. Heeft niks met ons in Nederland te maken, maar het is maar dat we weten. Aanslag op een school in Afrika: het is maar dat we weten hoe tientallen kinderen op gruwelijke wijze zijn vermoord. Dierenleedberichten gaan gepaard met de meest gruwelijke foto’s. Zo wordt al op de hoofdpagina van de nieuwssite een aanrijding tussen enkele auto’s en een kudde schapen aangekondigd met een foto van de bebloede, dode dieren op de weg. Volkomen onnodig en uitermate smakeloos.

Wat is de meerwaarde van deze manier van berichtgeving? Journalistiek is die ver te zoeken, in mijn optiek. Alsof de media collectief tegen ons zegt: “Het is maar dat je weet dat dit gebeurt. Het is maar dat je weet dat mensen elkaar de meest vreselijke dingen aandoen. Het is maar dat je weet dat de wereld in rap tempo aan het vergaan is…”

Op diezelfde voet wordt vervolgens bericht over hoe de helft van de jongeren met grote problemen kampt en een aanzienlijk deel van hen suïcidaal is. Dat is niet zonder meer helpend. Dat geeft niet zonder meer herkenbaarheid. Voor een aantal mensen misschien wel, maar voor het merendeel onderstreept het alleen maar dat alles alleen maar erger wordt. En voor het grote publiek is het gewoon weer een nieuw bakje ellende om onze verslaving te voeden.

Want dat is het in wezen: een verslaving

Dupe van onze eigen verslaving

Leed en ellende als verslaving is geen overdrijving: de hormonencocktail die door je lichaam giert wanneer je boos wordt om een nieuwsbericht of social media post is daadwerkelijk verslavend. Je wilt er meer van, maar hoe vaker je zo’n shot krijgt, hoe minder sterk het effect. Net als dat je steeds meer koffie moet drinken om dezelfde kick te voelen.

Het bekende probleem van verslavingen, echter, is dat het onderliggende gedrag zo moeilijk te veranderen is. Wie stopt met nieuws lezen krijgt te maken met afkickverschijnselen. Zo ook wie zich na jarenlang dagelijks gebruik cold turkey uitlogt van alle social media. Daar heb je hulp bij nodig, maar op dit moment ziet eigenlijk nog niemand het nut van collectief afkicken van rond-de-klok real-time slecht nieuws. Een beetje zoals men in de jaren ’60 ook nog niet inzag had het misschien wel gezonder was voor individu en samenleving als mensen stopte met roken.

Tot we dat wel zien, zijn onze jongeren de dupe van onze maatschappelijke verslaving aan bloed, dood en rampspoed. Ze krijgen prikkels en input te verstouwen zonder dat wij, hun ouders, hen hebben geleerd hoe om te gaan met zoveel sh*t. Want laten we wel wezen, dat kunnen we zelf ook nog niet zo goed. We lopen zelf en masse binnen bij de uitpuilende geestelijke gezondheidszorg vanwege overspannenheid, depressies en burn-out. Maar voor de jongeren is er geen plek meer, hoewel zij die hulp om met die uitzichtloosheid om te gaan zeker zo hard nodig hebben. Zo niet harder.

Uitzicht creëren

Om onze jongeren – en daarmee ook onszelf als maatschappij – te helpen, zullen we uitzicht moeten creëren. Geen loze beloften en goede intenties, maar wezenlijke veranderingen. Dat is minder moeilijk dan het op het eerste gezicht lijkt.

Om te beginnen, die veranderingen vinden we niet in nieuwe wetten. We zijn vergeten dat wetten nooit bedoeld zijn geweest om een bepaald gedrag af te dwingen in de samenleving. Wetten beschrijven alleen de afspraken die een samenleving maakt. Als de samenleving zich verzet tegen een wet, is dat niet de schuld van een slechte wetgever, maar een teken aan de wand dat we als samenleving aan het veranderen zijn. Ten goede of ten kwade.

Welke kant we uit veranderen, hangt ook maar af van wie je het vraagt. Tijd dus voor een andere maatstaf.

Welzijn vs Welvaart

We zijn gewend om te meten of het goed of slecht gaat met de maatschappij aan de hand van geld. Hoeveel geld is er, hoeveel komt er binnen, en hoe is dat verdeeld? Nooit in de geschiedenis is dat ooit tot ieders tevredenheid geweest. De rijken zijn niet rijk genoeg in hun eigen ogen en juist veel te rijk de ogen van anderen. Maar zelfs bij een gelijke verdeling blijft het wringen over waar dat geld aan uitgegeven moet worden en wie waarvoor moet betalen. Want niemand wil meer betalen dan nodig.

Kortom, met meer economische welvaart gaan we onze jongeren niet helpen.

Het welzijn van de bevolking is gelukkig niet hetzelfde als de economische welvaart. Die twee kunnen samengaan, maar dat hoeft niet. Van eindeloze economische groei is ons welzijn ook niet beter geworden.

Nieuwe kijk

We moeten dus gaan kijken naar welzijn in plaats van welvaart. Kijken naar welk nieuws meerwaarde heeft in plaats van wat zoveel mogelijk clicks en reclame-inkomsten genereert. Kijken naar hoe kinderen zich kunnen ontwikkelen met vertrouwen in zichzelf in plaats van of ze wel voldoen aan een zwaar gegeneraliseerde check-list van eisen.  

Met een nieuwe kijk op zaken kijken wat mensen wél helpt, en dan veranderingen inzetten in die richting. Dat hoeft niet dramatisch te zijn. We hoeven niet eigenhandig de klimaatcrisis of huizencrisis op te lossen. Juist kleine veranderingen op kleine schaal maken al veel verschil. Kleine verandering zijn makkelijker te maken dan grote verandering, stuiten op minder weerstand, en hun effect versterkt elkaar: als jij één dag lang iedereen die je tegenkomt begroet met een glimlach, maak je al die mensen een beetje blijer en lachen zij die dag ook naar iemand die zij tegenkomen. Stel je voor dat 10 mensen dat doen, die allemaal mensen tegenkomen die ook weer anderen toelachen… het effect is cumulatief. Zo verander je de wereld stap voor stap.

Er hoeft ook vaak niets nieuws te komen, maar juist het weglaten van iets dat niet bijdraagt geeft al lucht en daarmee meer rust. Zo hoeft niet het hele onderwijssysteem op de schop om het welzijn van leraren en leerlingen te verbeteren. Het versimpelen van wat er is, is al een verandering. Hetzelfde geldt voor de gezondheidszorg en andere branches die onder druk staan: meer loon is één ding, maar de administratieve werkdruk verlagen of zeggenschap geven over de roosters doet meer voor het welzijn van medewerkers dan geld alleen.

Zelfs de nieuwsmedia kan een steentje bijdragen door minder te focussen op persoonlijk engagement en meer op wat journalistiek eigenlijk is: onderzoeken en berichten van feitelijke waarnemingen. Dat feiten weer herkenbaar zijn als aantoonbare feiten, en opinies als meningen. Niet als grote omslag waarin ineens alles anders moet, maar artikel voor artikel.

Stap voor stap. Zo is de huidige situatie ook ontstaan, en zo kunnen we dus ook weer doorgroeien naar een situatie die het welzijn van de samenleving dient. Een situatie die wel uitzicht biedt.

Voor de jongeren die het nu zo zwaar hebben is iedere verandering die uitzicht biedt welkom. Want een kleine verandering in hoe zij naar zichzelf en hun toekomst kijken, werkt enorm door in hoe ze in het leven staan, hoe weerbaar ze zijn en hoe zij de vele crises, waar we ontegenzeggelijk mee te dealen hebben, tegemoet treden.

About the author

Christel Vogels developed the Ship Psychology Method as a playful means to understand your own mind. As coach and trainer, she teaches people how managing their thoughts, feelings and behaviour can help to improve their mental quality of life.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.